nl en

2017

tekstfragment tentoonstelling 'Incertus' (dDw)

Maar dat verhindert hem niet, neen, het helpt hem juist om een eigen specificiteit én een eigen beeldtaal te ontwikkelen - kijk maar naar het geduldig verkennen van zijn figuren die hij laagje per laagje aftast en aankleedt om ze zo aan het papier - vaak in een uiterst klein formaat - en aan de toeschouwer toe te vertrouwen; de opvallende golvende vormen(pluimen, wol, haar, ...?) die zich blijven herhalen tot stapelwolken en onze blik dwingen zich te laten dragen door de golfslag in het werk - op zoek om door te dringen in de kern der dingen, vertegenwoordigd door objecten, vogels, mensen die worden afgebeeld en gesuggereerd in een nostalgisch kader; het eigen koloriet en de kleurtonaliteit - ze doen ons denken aan oude illustraties en tekeningen van vroegere meesters. (...) Er lijkt een nevel over het ganse  landschap heen te hangen die me doet denken aan het sfumato van Middeleeuwse schilders in Umbrië.

Dit alles maakt het binnendringen in de kern van het werk lang niet evident. Vaak zijn de figuren in veel lagen van lokken, pluimen, wol... gehuld. Geven zij beschutting? Hebben ze iets te verbergen? keren zij zich in zichzelf, weg van de wereld van mensen en dingen die hen omringen? Is er een verboden toegang? Zoekt de kunstenaar beschutting (tegumen)? Is er een te grote onzekerheid (incertus) om zich bloot en kwetsbaar te tonen? Is de wereld kil, niet gastvrij en ontgoochelend? Zijn mensen en dieren teruggeplaatst in een onvatbare loneliness?

 Enkel de kunstenaar kan met onbepaalde zekerheid antwoorden, zonder hierbij de eigen ervaring en interpretatie van de toeschouwer te willen uitsluiten. Die moet zich dan wel willen binnentreden in de "nostalgie" die bij de kunstenaar leeft. Nostalgie naar een vroeger vakmanschap, nostalgie naar vroegere beelden en vormen die we terugvinden in zoveel illustraties en miniaturen - ik denk aan Bosch, Breughel, Düren e;a; - maar dei vaak verwijzen naar een vermeende werkelijkheid - een archetype.

 (...)Tinus Vermeersch creëert duidelijk een eigen wereld vanuit een archetypische benadering met de vogel als archetypisch symbool. Niet toevallig staat die vogel(kop) centraal- krachtig in brons- met een expressie en een doordringende blik vanuit zijn weggezonken ogen.( zie werken/sculpturen07)

Vogels en andere dieren maken samen met kleine menselijke figuren, hooimijten, vulkanische stofwolken,... deel uit van surrealistische scènes, een mysterieuze wereld die los staat van hier en nu. Of is het een mytische wereld? Een verdwenen of nog te creëren universum met hybride wezens, die zich onwennig voelen. Een universum met figuren met verwrongen gezichten, met overweldigende wolkenpartijen die ganse antropomorfe landschappen overschaduwen, met rotsen die erg onherbergzaam lijken, met restanten van een verloren tijd.

 Dat universum leeft - vooralsnog - in het hoofd van de kunstenaar, die dat ooit of nooit zal samenstellen met al die kleine tekeningen als puzzel stukken van een ultiem wereldomvattend geheel. Het wordt een fascinerend universum waarin dieren en mensen vanuit hun instincten en afchetypen komen tot een automatisch gedrag en tot een automatische gedachten-en gevoelspatroon.

 

Zo'n archetypische benadering schenkt aan het werk van Tinus Vermeersch een bovennatuurlijke - dit betekent dat het de natuur overstijgt, verdiept of verbreedt - aantrekkelijkheid. Deze glans betovert doordat ze iets raadselachtig, iets aantrekkelijk, iets fascinerend heeft én tegelijkertijd iets afschrikwekkend en zelfs angstaanjagend.

 

Het werk van Tinus Vermeersch kan op het eerste zicht dan wel eenvoudig lijken, maar wie goed kijkt en blijft kijken, merkt dat "lage"(ambachtelijkheid) en "hoge" cultuur vervloeien in zijn werk. Het is sterk vakmanschap, maar tegelijk is het een werk vol onzekerheid, schijnbare zinloosheid,...

Het werk zuigt wie beter en langer kijkt als het ware binnen en dwingt tot een meer fundamentele reflectie. De toeschouwer kan verdwalen in de (onvoltooide verhalen van Tinus en de weg terug vinden of verder niet meteen vinden, maar mits enige volharding en voldoende vertrouwen ontdekt hij langzamerhand toch de gelaagdheid van het werk en de psychologische diepgang ervan.

Hoe klein - letterlijk, d.i. qua schaal en omvang - zijn werk ook is , of misschien juist wel daarom: het is doorwrocht.(...)

 

Tinus verteld al tekenend over een mysterieuze wereld, die onbestemd is en baadt in een sfeer van raadselachtigheid en zoekt naar zijn "Ziel", das Ziel - op zijn Duits: het doel der dingen.

Wie dit werk juister wil "zien" en naar waarde schatten, heeft aan vandaag niet genoeg. Hij/zij moet terugkeren om door aan dacht en concentratie - de virtuositeit voorbij - de ongebreidelde verbeelding van de kunstenaar te vatten en zich in het spoor te zetten van zijn existentiële zoektocht.

 

 

Luc Martens, 30/11/2017

 



Terug