(...)Tinus Vermeersch operates in the art historian context of the Flamish late Gothic, Renaissance and early Barock, focusing on the permanent, irrational and de-stabilizing transfiguration of apparently banal motives from the nature and everyday’s life, creating in this way subversive sensual metaphors of uncertainty and improbability. His subtle drawings and paintings open a hidden universe of small, almost unvisible, unnoticed realities, which reveal tremendous, deeply disturbing, almost frightening perspectives of unlimited obscurity where irrational, inexplicable, unsolvable processes and forces are shaping our world. The horror of the unknown, the shock of the obscure are appearing in a retarded, indirect, silent way, so that the real confrontation with the shocking power of uncertainty enters in our mind slowly, inevitably, unavoidably.(...)
Lorand Hegyi
(...)
Hij heeft een grote affiniteit met de ambachtelijkheid (inclusief het verkennen van vormen, lijnen, materialen). Het gaat om een 'kunde' die sterk is uitgediept en flirt met een zekere virtuositeit.
Ik verwijs hier naar de aankleding (een trompe l'oeil vol wollige golven, zijn eigen steentjes in Delftse stijl, het halfopen borstharnas, een 'medaillon'...) van de schoorsteenmantels, elk op eigen wijze die perfect past bij de mantel van de schoorsteen zelf. (zie 'werken/andere' voor foto's). Die keuze voor de schoorsteenmantel als dragers van zijn werk is betekenisvol: de schoorsteenmantel met het vuur is de plek waarrond mensen -familie en vrienden- zich verzamel(d)en op zoek naar warmte, gezelligheid, koestering, een gesprek bij het vallen van de avond.Het is ook de plek waarop men zijn pronkstukken etaleerd, zijn trots toont en benadrukt. De schoorsteen en het haardvuur zijn sinds de verste geschiedenis en reeds ervoor de centrale plek van de woning, het nest - de plek van ontmoeting en verbinding. Tinus toont hier een gehechtheid aan het vertrouwde - noem het "nostalgie" - de weg naar de (existentiële) pijn (Weltschmertz/Zehnsucht).
The work of Tinus Vermeersch, a young Belgian painter descended from three generations of artists, recalls a Flemishpastoral landscape tradition in wich the accasional strangeness found in Breughel's paintings is distilled into pared-down scenes. Working in oil on board, Vermeersch begins with a gesso ground, whose imprimatura shows through multiple layers of translucent oil paint as vertical lines dragged by his brush, producing e texture resembling rays of light. The most common form in his repertoire is a wig-like shape with matted locks he calls 'tegumen', after the Latin word for covering or 'protection'. Reminicent of carwash brushes, the organic form first featured in Vermeersch's work in 2010 and since reappeared in various sizes and materials, including plaster and bronze.
The tegumen features in the new dreamlike works here (all Untitled, 2015), where it manifests in one painting as a shape resembling a haystack and in another as a sort of dreadlocked cocoon from wich a pear of human legs protrude. Elsewhere, green brushstrokes coalesce to form a bulky torso tropped by a loosely painted oval, less a distinct face than a pareidolic arrangment of brushstrokes. The works hang on walls painted in faded khaki and goldgreen, wich set off the rich vermillion and red lake pigment in several paintings. A pair of brown ink drawings in an adjecent room act as studies of the tegumen's structure: ammesh frame with locks of hair tied at regular intervals. It's a painstaking analysis of this recurring motif, recalling the precision of the strange bestiary found in the works of early Flemish masters such as Hieronymus Bosch and Pieter Breughel the Elder. (...)
Ellen Mara De Wachter (Frieze Magazine, fragm. Around Town: Brussels Belgium)
(...)
Maalstroom
Het werk van Tinus Vermeersch is een heerlijke, eerlijke en confronterende anomalie in een meer dan versplinterd en gefragmenteerd kunstenveld, waarin actuele museale keuzes meer en meer gestoeld zijn op de particuliere en letterlijk in het oog springende smaakoordelen van de culturele decison makers, die niet zelden geïnfecteerd zijn door de belangen van de kunstmarkt, door het met de tijd stilaan afbrokkelen van 'autoriteit' op het vlak van discours en kwaliteitsvolle berichtgeving over kunst, door (vooral) de opkomst van blogs, van schrijvers die via dit medium een flexibel toegankelijk medium ter beschikking kregen. Vooroordelen en oordelen lopen nu door elkaar en dat heeft het zoete voordeel dat kunst niet helemaal meer afhankelijk blijft van musea en vooral van de daaraan gelieerde grootkapitaalkrachtige kunstmarkt. Een broos, intiem kunstwerk dat a priori niet veel afstand en omringende ruimte nodig heeft, verwerft via de 'dichte blik' de empathie van de toeschouwer. In tijden van mediale overrompeling is dit soort kunstwerk een moedig verzet tegen de vervreemding van onze doelgerichte, gewillige en vluchtige perceptie van een kunstwerk. Het oeuvre van Tinus Vermeersch is geen directe afgeleide van de wereld zoals ze nu voor onze ogen draait en tolt.